Lief klein Diaantje, mijn Gnid Rekkel.
Tot op het laatst van je levensbewustzijn nog humor, nog een gekke bek, een lach en zeker geen traan.
Als je toch nog in de gaten krijg wat voor leegte je hier op het aardse heb achtergelaten, wil toch genoeg zeggen over hoe bijzonder je wel niet was. Je bulderlach, zonder schroom. Je mening, of je het wilde horen of niet, men kreeg hem.
Je ontembare liefde voor beestjes, van groot tot klein, van knuffelkoe tot spin. Alles wat leefde bleef gespaard al dan niet gered. Dat ene schaap wat we samen nog overeind geholpen hadden, kilometers omrijden, maar een schaap op zijn rug laten liggen was uit den boze. De liefde voor onze Tika, urenlang en elke dag, weer of geen weer, de bossen in, aan de afgraving, het Lido, alles had je voor jouwe Dobermeisje over. Wally moest maar ff wachten met zijn eten.
Jaantjuh, dak oe luf wah joh, was mijn vaste uitspraak naar jou. Een klap op je kont, een kus, een lach, en ja het voelde goed. 12 jaren, heb ik deel uit mogen maken van jouw leven, 12 hele mooie jaren, waarvan 5 1/2 als een getrouwd stel. We waren zo tegengesteld aan elkaar maar toch aan elkaar gewaagd. Een echt stel met de intensie om samen oud te worden. Het mocht helaas niet zo zijn.
Jaantjuh, meisje, nogmaals bedankt voor de hele fijne tijd samen.
Ik zal en kan je nooit meer vergeten.
Veel plezier met onze Tika, ergens daarboven.
Luf you, Gnid Rekkel!